Afspraak?
Elk jaar is het weer feest rond deze tijd. Volgens de afspraken die landelijk gedecreteerd worden, mag er pas op de eerste maandag van het nieuwe jaar, dus dit jaar op 6 januari 2025, gebeld worden voor afspraken. Nu is het natuurlijk zo, dat dit een afspraak is van het soort waar ik me op de lagere school al aan ergerde: ‘We hadden toch afgesproken, dat jullie stil zouden zijn!’. Maar goed, zolang ik voorga in kerkdiensten wordt de afspraak telkens opnieuw genoemd en daarbij ook door velen overtreden.
‘Oneerlijk’, roept men dan. Vooral tegen de grotere gemeenten, zoals de Rotterdamse, die het toch al gemakkelijk hebben met twee eigen predikanten. Zo krijgen kleinere gemeenten geen kans. Nu zal het de lezer niet verbazen dat ook kleinere gemeenten gerust eerder bellen als zij een goede band met een bepaalde predikant hebben. Want ja, zij weten ook wel hoe de hazen en voorgangers lopen.
Waar preken?
Zelf ga ik steeds vrijzinniger om met deze afspraken. Toen ik begon met preken, zo’n 30 jaar geleden, wachtte ik rustig het moment af. Maar steeds meer ben ik gewoon gaan doen wat ik leuk vind, namelijk zorgen dat ik mijn spaarzame vrije zondagen doorbreng in gemeenten waar ik van weet dat het klikt. Dat zijn zeker niet alleen de grotere gemeenten. Helemaal niet. Dat gaat om eenvoudige dingen als ‘voelt men een beetje aan wat ik doe?’. Zo vind ik het zelf aardig om in een serieuze preek regelmatig een grap te maken. Er zijn gemeenten waar niet gelachen wordt. Dus of dat zo’n goede match is? Dan zijn er ook gemeenten waar je als vanzelf een band mee hebt gekregen. Mensen volgen je op Facebook. Reageren op bijzondere momenten in je leven. Sommige gemeenten stralen het uit, dat ze het leuk vinden als je komt. Ook leer je als gastpredikant de mensen daar kennen en kun je meeleven in wat zij in het leven meemaken. Met zulke gemeenten maak ik graag op tijd afspraken!
Je moet blij zijn!
Andere preekvoorzieners stralen uit dat het een hele eer is, als je bij hen mag voorgaan. Je moet dan blij zijn, want niet iedereen mag op hun kansel. Gek genoeg vallen deze gemeenten bij mij zelden in de prijzen. Een voorbeeld. Aan het begin van mijn predikantschap was ik eens consulent in een samenwerkingsgemeente. Het was een heel gedoe voordat de predikant beroepen kon worden. Rond die tijd heb ik er ook een paar keer gepreekt. Daarna werd ik jarenlang niet meer gebeld. Misschien was de preek niet goed gevallen of was er opeens een nieuwe preekvoorziener. Totdat ik in 2012 benoemd was als rector van het seminarium. Toen was men er als de kippen bij. ‘Uw voorganger preekte elk jaar bij ons. Dus we rekenen erop dat u dat ook komt doen.’ Ach, voor mij hoefde het niet…
Afstanden
Jarenlang was mijn stelregel dat ik in elke remonstrantse (of breed vrijzinnige) gemeente wel wilde preken. Er waren nog geen kinderen. Ik vond het leuk om overal te komen. Zo preekte ik vanuit Zuid-Holland, van Groningen tot Middelburg en van Zuid-Limburg tot de Zaanstreek. Ook mocht ik een paar keer voorgaan in Friedrichstadt. Daar kwamen preekbeurten bij in Luxemburg en sinds ik consulent ben van de Nederlandse Kerk in Londen ook daar. Maar toen de kinderen kwamen, bleek een preekbeurt waarvoor je ‘s ochtends om 7.00 uur de trein moet hebben, om je in Groningen in 10 minuten te haasten van het station naar de kansel en dan pas tegen 15.30 uur weer thuis was, wat minder aantrekkelijk te worden. En laten we eerlijk zijn: in de PKN liggen de gemeenten toch wat dichterbij elkaar. Dat maakt gastbeurten daar wel aantrekkelijker.
Goed plannen
Toen ik voor het eerst die maandagmorgen in januari meemaakte, was ik zo vereerd dat ik ongeveer elke zondag invulde. Een jaar later kwam de vraag: ‘wanneer kun je eigenlijk nog met vakantie?' Tegenwoordig maak ik dus al in november van jaar X de vakantieplanning voor jaar X +2. (Sterker nog: in ons echtscheidingsconvenant heb ik opgenomen dat de bezoekregeling ook op dat moment gemaakt moest worden, om niet altijd op pad te zijn, als de kinderen thuis waren…)
Nu plan ik dus heel goed wanneer ik wel wil preken en wanneer niet. Eigenlijk preek ik op bijna alle zondagen die kunnen. Als we in de wintermaanden in een door ons gehuurd huisje in Zeeland zitten, preek ik in die provincie. (En ik geef toe: dan houd ik nog weleens een weekendje vrij…).
Weinig zondagen
Zoveel vrije zondagen blijven er niet over. In 2026 heb ik studieverlof. Tussen 1 mei en 1 september neem ik dus geen beurten aan. In mijn eigen gemeenten, Rotterdam en Nieuwkoop, ga ik respectievelijk 15 en 8 keer voor. Dan hebben we in de regio afgesproken dat we in elk geval bij elkaar voorgaan, dus dat is een vaste preekbeurt in Dordrecht, Sommelsdijk en Vlaardingen. Overigens ook gemeenten waar ik al sinds 1993 kom. De oude gemeente Breda is bij Rotterdam gekomen. Daar ga ik dus ook een keertje voor. In Zeeland kom ik, in de winter, twee keer bij de Koorkerk in Middelburg. Die afspraken heb ik al gemaakt. Wel zo gemakkelijk. Ongetwijfeld vraagt de Protestantse Gemeente in Vlissingen me ook. Kom ik ook al jaren. Een genoegen en dichtbij in Zeeland. Met Londen worden nog wat diensten afgesproken. Voor de rest geniet ik af en toe eens van een vrije zondag.
Te weinig voorgangers?
Elk jaar lijkt het moeilijker te worden voor preekvoorzieners om hun roosters te vullen. Of ze klagen harder. Ook lijken er steeds meer mailtjes rond gestuurd te moeten worden om op korte termijn predikanten te vinden voor preekbeurten die afgezegd worden. Zijn er minder voorgangers in totaal? Hebben de voorgangers er gewoonweg minder zin in? Is de populatie van voorgangers veranderd? Ik ben benieuwd naar onderzoek hiernaar. Alleen is de bereidheid tot onderzoek niet evenredig gegroeid met het gemopper.
Geld?
Ik heb me weleens afgevraagd of er niet wat meer gekeken zou moeten worden naar economische wetten. Heel eenvoudig: als een preekbeurt een schaars goed is, dan zou het logisch zijn dat de prijzen omhoog gaan. Vanaf afgelopen zomer krijg je voor een preekbeurt € 162 betaald. Dat lijkt heel wat, totdat je met je auto bij de dealer staat voor een grote beurt en blijkt dat je daar € 145 per uur voor betaalt. Of wanneer je kijkt hoeveel het kost - inclusief voorrijkosten - om je CV-ketel te laten controleren. (Laat staan als je kijkt naar wat je als rekening krijgt voor andere academische arbeid: een advocaat, een arts, etc.)
De Commissie tot de Zaken (het landelijk bestuur van de Remonstrantse Broederschap) heeft de vergoeding aan reiskosten voor preekbeurten per 1 januari 2025 verlaagd van € 0,30 naar € 0.24 per kilometer. Ik ben benieuwd of er collega’s zijn die de logische conclusie trekken om de preekbeurten wat verder weg te laten lopen. Want één blik op de werkelijke kosten van autorijden laat zien, dat je er in de meeste gevallen geld op moet toeleggen.
Experiment
Met een aantal collega’s heb ik er over gedacht om in het novembernummer van AdRem de volgende advertentie te plaatsen:
Wij laten u weten dat u met ons afspraken kunt maken voor een preekbeurt in 2026.
Het bedrag van € 162 vinden wij echter te laag. Bij ons kosten de preekbeurten € 250 (excl. reiskosten, € 0.35 per km.) Afspraken kunnen per heden gemaakt worden.
Hoe zou dat werken? Zouden gemeenten meer willen betalen voor geliefde predikanten? De atheïstische ds. Klaas Hendrikse (1947-2018) kwam ermee weg. Hij vroeg € 300 euro voor een preekbeurt, toen het gebruikelijke tarief slechts de helft was. Hij bleef veel gevraagd.
Rooster is vol
Daarnet heb ik de laatste afspraak voor 2026 gemaakt en is het rooster vol. Behalve nog enige diensten die ik ga doen in Vlissingen en Londen...
Tjaard Barnard
3 januari 2025.
Reactie plaatsen
Reacties